Diederik Stevens

Articles, BLOG


linksom én rechtsom, gaat dat?

Een PvdA’er heeft een links hart en (op voorzitter Spekman na) een rechtse kontzak. De van Dammen, Koks of Wittemannen: publieke ruifvreters nemen geen genoegen met een Balkenende-salaris. Het rode establishment pretendeert de Arbeider (mooi woord) geestelijk te willen verheffen, maar zich vereenzelvigen met diezelfde arbeider? No way. Een verheffer waant zich de verhevene. Die verheffingsdrang heeft dan ook iets van pathos. Of beter: van hypocrisie. Het (op zichzelf te loven) oog en hart voor ’s werelds brozen en matig getalenteerden, resulteert nogal eens in legitimatie voor adequate bevrediging van eigen tertiaire noden. Ter vereffening van aandacht voor andermans misère horen forse particuliere gerieflijkheden te staan, is de kennelijke overtuiging van dienst.

Rechts worstelt met het spiegelbeeld van deze schizofrenie. Bij het blauwe politieke smaldeel gaan eigen-broekophouders voor handophouders, en wordt eigen bezit schaamteloos gepropageerd. Hongerende bosnegers privé steunen, of een (aftrekbaar) bedrijfssponsorpakket doneren aan gehandicapten, het verdooft weliswaar de private scrupules, maar nemen die in politieke zin niet weg. Rood biedt aldus een mooie sus-component aan het blauwe geweten, zielcomfort als communicerend vat. En nu door de kiezer nog gratis en verplichtend aangereikt ook.

Natuurlijk gaan linksom en rechtsom dus samen. De meeste stervelingen zijn tegelijkertijd socio en ego. Links lullen en rechts vullen, of rechts lullen en links vervullen, beide zijn  semantische leuzen van een éénsoortige overbrugbaarheid.  Buiten de politiek zijn die stokken in het midden al lang gevonden.

september 2012