Diederik Stevens

Articles, BOOKS & PUBLICATIONS


Jan Cremer en zijn bierkaai

 

IMG - kopie

 

Ik wil het in dit interview alléén over mijn schilderijen hebben’! Dat zei de bijna 75-jarige Jan Cremer voorafgaand aan het vraaggesprek dat NRC met hem voerde en in haar jongste zaterdagkrant afdrukte. Aanleiding tot gesprek was een op handen zijnde overzichtstentoonstelling van Cremer’s zestigjarige loopbaan als kunstschilder. Maar omdat Cremer nu eenmaal (een halve eeuw geleden) nationaal bekend werd met een door hem geschreven bestseller , zit hij wat het kunstjournaille betreft nagelvast opgesloten in het Hollandsche Hokje van schrijvert.

De interviewer van dienst had de eis vermoedelijk dan ook met tegenzin geaccepteerd. En vervolgens moet hij besloten hebben een (zoveelste) poging te doen Cremer’s schilderkunsten te persen in de sneue categorie ‘Niet Onverdienstelijk’. Want wat moet je als jubilaris met vragen als Waarom schilderde u eigenlijk ooit tulpenvelden? Hoopt u meer waardering te krijgen? Hebt u wel verzamelaars? en Kunt u er van leven? Veel meer hoefde de krant ook niet te weten over die hele kunst van hem. Tenslotte gooide de eindredactie de deur alsnog in het vertrouwde slot getuige het op bijgaande voorpagina prijkende zinnetje, een pesterig zinnetje, een authentieke ‘Chantal Janzen’. Al dat geschilder, zo blijft het kennelijke oordeel, dat moet die Cremer maar in z’n vrije tijd doen.

Beste Jan Cremer, zeg ik, veel van jouw schilderijen zijn van een onbedaarlijk intrigerende zeggingskracht. Mijn advies: laat iedereen maar blaterare.

Diederik Stevens, 13 april 2015